Pagina's

woensdag 16 april 2014

Spreuk 7

"Creatief werk is nog nooit tot stand gekomen zonder te fantasierijk spelen."

Carl Jung


woensdag 9 april 2014

Rekenspel 52 Getal van de week

Groep:            4,5
Materiaal:       grote flap en een dikke stift
Domein:          getallen
Doel:               oriënteren op getallen en bewerkingen
Vorm:              klassikaal








Eigenlijk is dit geen spel, maar meer een leuke activiteit met de groep. Hang op maandag een grote flap papier op de deur met een getal in het midden. Laat alle kinderen bij binnenkomst bij het getal (een)som(men) bedenken. Ook de ouders mogen meedoen. Bespreek dagelijks de flap en wijs kinderen op soorten sommen of opvallende sommen. Bespreek strategieën die je kunt toepassen bij dit getal. Het doel voor de kinderen is zoveel mogelijk sommen bedenken, als klas. Geef ze daarvoor een week de tijd. Het doel voor u als leerkracht is om steeds getalbegrip, sommen en handig rekenen onder de aandacht te brengen.
Op het een beetje spannend te houden laat u aan het einde van de week het aantal bewerkingen tellen. Maak daarvan een grafiek. De volgende keer neemt u weer een nieuw getal.

Tip:
Neem getallen met mogelijkheden!

Tip: 
je kunt ook dit werkblad  erbij inzetten.



Klik hier voor een downloadversie

zondag 6 april 2014

Rekenspel 51 Waar zijn de knopen van de koning?

Groep:             1,2,3
Materiaal:        15 kleine goudkleurig knopen, 

                        25 oranje doppen van sappakken
Domein:          meetkunde
Doel:               oriënteren en redeneren
Vorm:              Groepje van  vier.


Leg de doppen in 5 rijen van 5 in een vierkant. Een van de kinderen verstopt onder de doppen, drie naast elkaar, drie "gouden" knopen. Uiteraard kijken de anderen kinderen niet. Om de beurt mogen de kinderen een dop om keren. Degene die het lukt om derde knoop te vinden, mag alle drie de knopen houden. Dan begint de volgende ronde.
Als de 15 knopen uit de pot op zijn, is het spelletje voorbij en tellen de deelnemende kinderen hun gewonnen knopen. Wie heeft de meeste knopen?

Tip:
Je kunt het spel voor de kleuters meer betekenis geven door de knopen in een goudkleurige pot of een in "koningstrommel" te doen!

Tip:
Je kunt ook pindakaaspotdoppen gebruiken en paaseitjes verstoppen.  Of gekleurde bekers...........




woensdag 2 april 2014

Goede afstemming van het rekenonderwijs voorkomt problemen

Om het rekenonderwijs goed af te stemmen op de onderwijsbehoefte van het kind is het van belang om te weten hoe de normale rekenontwikkeling verloopt.  Daarvoor gebruikt het protocol ERWD (2011) dit model:


Het proces van leren rekenen verloopt via vier hoofdlijnen:

• Allereerst de begripsvorming; In deze fase leren kinderen het rekenkundige concept begrijpen en verlenen betekenis aan wiskundige begrippen en contexten. Met contexten bedoelen we handelende situaties waarbij rekenen nodig is.

• Het ontwikkelen van oplossingsprocedures, zoals de bewerkingen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Een goede instructie door de leerkracht is hierbij erg belangrijk. Deze helpt kinderen bij het aanleren van de juiste strategieën  en de goede toepassing hiervan.

• Het vlot leren rekenen. Het regelmatig oefenen van alle strategieën en bewerkingen in de rekenles is nodig.  Dit gebeurt  met name in de fase van het zelfstandig oefenen.

• Het flexibel toepassen. Kinderen kennen de oplossingsprocedures en kunnen deze in verschillende soorten sommen gebruiken. Ze weten met name welke procedure ze moeten gebruiken bij welke som.


  


Buiten schooltijd is rekenen altijd ingebed in functionele situaties. Contexten in rekenopgaven zijn bedoeld om de brug te slaan naar de wereld buiten school
Soms gaat dit proces moeizaam. Het protocol ERWD geeft tien signaalpunten in de rekenontwikkeling:

S1. Problemen met het verlenen van betekenis.
S2. Gebrekkige conceptvorming.
S3. Problemen met het verwerven van de basisbewerkingen.
S4. Problemen met het leren van de tafels.
S5. Problemen met het uitvoeren van complexe bewerkingen.
S6. Problemen met het verwerven van algoritmes
S7. Onbegrepen procedures en losse feitenkennis in de basisvaardigheden leiden tot fragmentarische kennis en vaardigheden.
S8. Problemen met standaardalgoritmes en complexe procedures automatiseren, belemmeren het vlot leren rekenen.
S9. Problemen met het memoriseren leiden tot het niet goed georganiseerd opslaan van informatie.
S10. Gebrekkige oplossingsprocedures en tekorten in het strategisch denken en handelen belemmeren het flexibel toepassen.



Wat kun je als leerkracht doen bij de signaalpunten?

S1:  Veel aandacht besteden aan wat de betekenis van de situatie is: wat betekent dit verhaaltje, deze tekening of opdracht precies?

S2: Aandacht besteden  aan het aanleren van (reken)begrippen en situatie waarin deze worden gebruikt.

S3: In kleiner stapjes de bewerkingen aanleren en bewuster om gaan met de stappen van het handelingsmodel.  Leerkrachten slaan van stappen van het model over of gaan er te snel door heen.


S4: Aandacht besteden aan het werken met tafels in concrete situaties. Tafels aanleren door gebruik te maken van strategieën( 5 x 2 = 10, 4x 2 =  1 x 2 minder) zie de kwaliteitskaart van School aanzet. Het gebruik van een tafelkaart met specifiek de tafelsommen die kinderen niet kennen, kan tijdelijk ondersteuning geven.
S5: Het mag duidelijk zijn dat als kinderen complexe bewerkingen niet kunnen, dat je terug moet gaan naar eenvoudiger bewerkingen en deze langzaam in kleine stapjes weer op moet bouwen tot complexere situaties. Het handelingsmodel helpt hierbij om de didactische stappen beter te herkennen.


S6: Verwerven van algoritmes vinden sommige kinderen erg lastig. Stapje voor stapje uitleggen met visuele ondersteuning kan hierbij helpen. Een rekenhandelingswijzer van de soort som ter ondersteuning geeft het kind houvast. Bouw dit wel weer af.


S7: Check steeds of de kinderen de procedures kennen. Laat ze stappen verwoorden. Help kinderen bij het aanleren van systematisch bewerkingen uitvoeren. Zwakke rekenaars hebben behoefte aan een strategie. Ga in gesprek met kinderen en ontdek samen welke strategie helpt bij dit specifieke kind.


S8: Als het vlot rekenen niet tot stand komt, kijk hoe het zit met het gebruik van de juiste oplossingsprocedures.


S9: Besteed aandacht aan het systematisch memoriseren van de rekenleerlijn. Oefen in de extra tijd niet te veel soorten sommen, maar gericht een type som!


S10: Ga in gesprek met kinderen en onderzoek samen aan de hand van gemaakt werk waar het hapert bij de procedures. Ga vervolgens opnieuw de procedures oefenen met als didaktiek modeling.


Rekengesprekken met kinderen:
Tijdens de verlengde instructie in gesprek gaan en kinderen laten vertellen hoe ze de situaties aanpakken. Dit  geeft je als leerkracht inzicht hoe kinderen handelen en denken. Speel bij jonge kinderen peilingsspellen (www.slo.nl). Tijdens het spel met de kinderen zie je heel mooi hoe ver ze zijn in hun ontwikkeling!

Klik hier voor een artikel over Peilen van getalbegrip

Klik hier voor de link Leraar 24 Peilen van getalbegrip