Het proces van leren rekenen verloopt via vier
hoofdlijnen:
• Allereerst de begripsvorming; In deze fase leren
kinderen het rekenkundige concept begrijpen en verlenen betekenis aan wiskundige
begrippen en contexten. Met contexten bedoelen we handelende situaties waarbij rekenen
nodig is.
• Het ontwikkelen van oplossingsprocedures, zoals de
bewerkingen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Een goede
instructie door de leerkracht is hierbij erg belangrijk. Deze helpt kinderen
bij het aanleren van de juiste strategieën
en de goede toepassing hiervan.
• Het vlot leren rekenen. Het regelmatig oefenen van
alle strategieën en bewerkingen in de rekenles is nodig. Dit gebeurt met name in de fase van het zelfstandig
oefenen.
• Het flexibel toepassen. Kinderen kennen de oplossingsprocedures
en kunnen deze in verschillende soorten sommen gebruiken. Ze weten met name
welke procedure ze moeten gebruiken bij welke som.
Buiten schooltijd is rekenen altijd ingebed in functionele situaties. Contexten in rekenopgaven zijn bedoeld om de brug te slaan naar de wereld buiten school
Soms gaat dit
proces moeizaam. Het protocol ERWD geeft tien signaalpunten in de
rekenontwikkeling:Buiten schooltijd is rekenen altijd ingebed in functionele situaties. Contexten in rekenopgaven zijn bedoeld om de brug te slaan naar de wereld buiten school
S1. Problemen met het verlenen van betekenis.
S2. Gebrekkige conceptvorming.
S3. Problemen met het verwerven van de basisbewerkingen.
S4. Problemen met het leren van de tafels.
S5. Problemen met het uitvoeren van complexe bewerkingen.
S6. Problemen met het verwerven van algoritmes
S7. Onbegrepen procedures en losse feitenkennis in de basisvaardigheden leiden tot fragmentarische kennis en vaardigheden.
S8. Problemen met standaardalgoritmes en complexe procedures automatiseren, belemmeren het vlot leren rekenen.
S9. Problemen met het memoriseren leiden tot het niet goed georganiseerd opslaan van informatie.
S10. Gebrekkige oplossingsprocedures en tekorten in het strategisch denken en handelen belemmeren het flexibel toepassen.
Wat kun je als leerkracht doen bij de signaalpunten?
S1: Veel aandacht besteden
aan wat de betekenis van de situatie is: wat betekent dit verhaaltje, deze
tekening of opdracht precies?
S2: Aandacht besteden aan
het aanleren van (reken)begrippen en situatie waarin deze worden gebruikt.
S3: In kleiner stapjes de bewerkingen aanleren en bewuster om gaan
met de stappen van het handelingsmodel.
Leerkrachten slaan van stappen van het model over of gaan er te snel
door heen.
S4: Aandacht besteden aan het werken met tafels in concrete situaties.
Tafels aanleren door gebruik te maken van strategieën( 5 x 2 = 10, 4x 2 = 1 x 2 minder) zie de kwaliteitskaart van
School aanzet. Het gebruik van een tafelkaart met specifiek de tafelsommen die
kinderen niet kennen, kan tijdelijk ondersteuning geven.
S5: Het mag duidelijk zijn dat als kinderen complexe bewerkingen
niet kunnen, dat je terug moet gaan naar eenvoudiger bewerkingen en deze
langzaam in kleine stapjes weer op moet bouwen tot complexere situaties. Het
handelingsmodel helpt hierbij om de didactische stappen beter te herkennen.S6: Verwerven van algoritmes vinden sommige kinderen erg lastig. Stapje voor stapje uitleggen met visuele ondersteuning kan hierbij helpen. Een rekenhandelingswijzer van de soort som ter ondersteuning geeft het kind houvast. Bouw dit wel weer af.
S7: Check steeds of de kinderen de procedures kennen. Laat ze stappen verwoorden. Help kinderen bij het aanleren van systematisch bewerkingen uitvoeren. Zwakke rekenaars hebben behoefte aan een strategie. Ga in gesprek met kinderen en ontdek samen welke strategie helpt bij dit specifieke kind.
S8: Als het vlot rekenen niet tot stand komt, kijk hoe het zit met het gebruik van de juiste oplossingsprocedures.
S9: Besteed aandacht aan het systematisch memoriseren van de rekenleerlijn. Oefen in de extra tijd niet te veel soorten sommen, maar gericht een type som!
S10: Ga in gesprek met kinderen en onderzoek samen aan de hand van gemaakt werk waar het hapert bij de procedures. Ga vervolgens opnieuw de procedures oefenen met als didaktiek modeling.
Rekengesprekken met kinderen:
Tijdens de verlengde instructie in gesprek gaan en kinderen laten
vertellen hoe ze de situaties aanpakken. Dit geeft je als leerkracht inzicht hoe kinderen
handelen en denken. Speel bij jonge kinderen peilingsspellen (www.slo.nl). Tijdens het spel met de kinderen zie je heel mooi
hoe ver ze zijn in hun ontwikkeling!
Klik hier voor een artikel over Peilen van getalbegrip
Klik hier voor de link Leraar 24 Peilen van getalbegrip
Klik hier voor een artikel over Peilen van getalbegrip
Klik hier voor de link Leraar 24 Peilen van getalbegrip
Geen opmerkingen:
Een reactie posten