Groep: 3,4,5,6,7,8
Materiaal: werkblad
Domein: getallen
Doel: • Feitenkennis en rekenstrategieën zowel het getalgebied tot 20 als in het getalgebied tot 100.
• Deelbaarheid van getallen. Getallen die alleen maar deelbaar zijn door 1 en door zichzelf (priemgetallen).
• Patroonherkenning.
Vorm: in tweetallen
.
Nog een keer Landje pik maar dan anders. Deze versie komt van de website van het Freudentalinstituut. Een site met veel meer spel ideeën.
Bron: klik hier voor de link
In Landjepik versterken twee spelideeën elkaar. Eén daarvan is
‘landje veroveren’, het andere spelidee lijkt op dat van het
bekende 24-game.
Het spel is een pen-en-papier-spelletje waarbij de
basisvaardigheden geoefend kunnen worden. Dat oefenen
verloopt niet alleen speels maar ook productief: leerlingen
komen door eigen inbreng in korte tijd in aanraking met veel
vertrouwde en minder vertrouwde getalrelaties en
rekenstrategieën. Ook allerlei spelstrategieën kunnen worden
ingezet. Naast slim rekenen kun je dus ook slim spelen en …
slim samenspelen.
Daarnaast is Landjepik een spel dat uitnodigt om de spelregels
naar je hand te zetten. En het speelveld inspireert tot andere
spelideeën. Leerlingen zijn vaak heel goed in staat om (samen)
zinvol te knutselen aan de spelregels en komen ook vaak op
leuke, alternatieve spelideeën.
Het speelveld bestaat uit 9x9 getallenlandjes (zie kopieerblad).
Het is de bedoeling dat de spelers beurtelings zoveel mogelijk
landjes veroveren. Dat gaat als volgt:
Eén van de spelers streept een getal aan in het getallenblok dat
zich voor het speelveld bevindt. Dat getal is het landjepikgetal
voor de andere speler. Die gaat op zoek naar drie aan elkaar
grenzende getallen(landjes) die samen het landjepikgetal
kunnen vormen. Dat gaat op de manier van het 24-game via
optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Met een
tussenuitkomst mag verder gerekend worden.
Het gevonden drielandjesgebied wordt gemarkeerd en de jacht
op meer gebieden wordt voortgezet totdat de afgesproken tijd
om is. Daarna worden de rollen omgedraaid.
Varianten:
1. Twee tegen twee. Dan is het mogelijk om het zoekwerk
te verdelen. Bijvoorbeeld als het landjepikgetal 50 is.
De ene speler zoekt patronen met 4, 6 en 9, de andere
speler met 5, 5 en 2 (of andere combinaties).
2. Slangen maken. Een slang is een serie van drie of meer
opeenvolgende getallen(landjes) die aan elkaar grenzen
of met hoekpunten aan elkaar vast zitten (diagonaal).
3. Samen … Iedere speler heeft een eigen speelveld.
Tegelijk begint het zoeken naar twee aan elkaar
grenzende getallen(landjes) die samen bijvoorbeeld 5
zijn.
4. Schipper mag ik overvaren, ja of nee? Steek de rivier
over vanaf één kant naar de tegenoverliggende kant en
reken je vaargetal uit. Dat rekenen begint met het eerste
getal waar je op terecht komt. Elk volgend getal tel je
daarbij op of trek je daarvan af. Als je aan de overkant
bent, moet je aan je tegenspeler een bedrag betalen dat
overeenkomt met het vaargetal. Zorg er dus voor dat het
vaargetal zo klein mogelijk is. Maar wees op je hoede.
Als het vaargetal onder nul duikt, ben jij in het water
gevallen.
Klik hier voor de link
Geen opmerkingen:
Een reactie posten