Materiaal: kaartjes met kloktijden
Domein: meten en meetkunde
Doel: leren klokkijken
Vorm: individueel, tweetallen
Elk kind heeft een strook met 3 hokjes voor zich. De
kaartjes met de kloktijden liggen op de kop midden tussen de kinderen in. Het kind pakt drie kaartjes en legt deze in de goede
volgorde van de tijd. De andere kinderen controleren of het eerste kind het heeft
goed gedaan. Als het kind het goed heeft gedaan mag het de kaartjes
houden. Dan mag de volgende speler. Als
de kaartjes op zijn stopt het spel.
|
|
|
Alle kinderen pakken om de beurt een kaartje. Het kaartje
leggen ze, afhankelijk van de tijd, in het eerste, tweede of derde hok. Eenmaal
neer gelegd , mag het kaartje niet worden verlegd. Dan pakken alle kinderen om de beurt het
tweede kaartje. Waar leggen ze deze neer? Is de tijd op de klok eerder dan het
eerste kaartje, dan moeten ze dat wel kunnen leggen op hun strook. Lukt dan
niet, dan is dit kind voor deze ronde af en moeten de kaartjes terug worden
gelegd. Idem met het derde kaartje.
Als het kind alle kaartjes goed kan leggen, mag het de
kaartjes houden. Wie heeft als de kaartjes van de stapel op zijn, wie heeft dan
de meeste kaartjes?
De derde aanbieding:
Maak nu een strook van 5 hokjes en speel het spel weer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten