Leren rekenen kan gekenschetst worden als een stapeling van kennis en vaardigheden. De sommen die de basiskennis vormen, zijn verdeeld over vijf zogenaamde rekendrempels:
Drempel 0:
A: Getalbegrip tot 12 (telrij, hoeveelheden, getallen)
B: Getalbegrip tot 20 (telrij, hoeveelheden, getallen)
Drempel 1:
optellen, aftrekken en splitsen tot en met 10, bijvoorbeeld: 4 + 3, 7 − 4, 8 splitsen in 5 en 3
Drempel 2:
vlot kunnen ‘springen’ op de getallenlijn tot 100.
Drempel 3:
optellen en aftrekken over 10 (tot 20), bijvoorbeeld: 8 + 7, 15 − 7.
Drempel 4:
bouwsteensommen tot 100, zoals: 47 + 30 en 77 − 30, 28 + 7en 35 − 7.
Drempel 5:
eenvoudige tafels: 2, 3, 4, 5 en moeilijke tafels: 6, 7, 8, 9.
Na de fase van de begripsvorming en de fase van het ontwikkelen van oplossingsprocedures volgt de fase van het vlot leren rekenen: automatiseren van de sommen. Veel leerlingen hebben echter moeite om bepaalde somtypen bij de basisbewerkingen vlot uit te rekenen. Hierdoor wordt de kans op vastlopen in de complexere sommen in de bovenbouw groter.
Rekenspellen kunnen zeer goed aanvullend worden gebruikt om tot automatisering te komen. Door drempelspellen vooral in de midden- en bovenbouw gericht in te zetten kan geautomatiseerde beheersing alsnog tot stand komen cq. worden onderhouden.
De spellen dragen bij aan het motiveren van leerlingen om te blijven oefenen. Door niet in de volle breedte te oefenen, maar heel gericht, bieden de drempelspellen de mogelijkheid om lastige oefenonderdelen onder de knie te krijgen. Hieronder treft u per drempel een beschrijving van een spel aan die u thuis met kinderen makkelijk kunt spelen.
Voor ouders en leerkrachten heb ik een lijst met makkelijk te maken spellen of te kopen spelletjes. Klik hier voor een link naar de lijst met Drempelspellen in dit blog.
Klik hier naar de site Rondje rekenspel