Groep: 4,5,6,7
Materiaal:
ruitjespapier, rode en groene pen
Domein:
meetkunde
Doel: richtingen,
draaiing, vergroten, verkleinen, verhoudingen en daarbij vooruitplannen,
voorspellen, redeneren
Vorm:
in tweetallen
In het tijdschrift Volgens Bartjens beschrijft Anneke Notenboom altijd een spel.
Een zinvol, maar eenvoudig spel is pijlenrace. Ook leuk voor gewoon thuis in de herfstvakantie bijvoorbeeld.
Het spel speel je op ruitjespapier. De ruitjes
kunnen het beste een halve centimeter
bij een halve centimeter zijn. Maar
1 cm bij 1 cm kan ook. Hoe meer hokjes
je op het blaadje hebt en hoe groter
je je racebaan tekent, hoe langer
het spel duurt. Je tekent zelf de racebaan
waarop je gaat spelen. En die
kun je zo makkelijk of moeilijk maken
als je wilt: hoe smaller de baan, hoe
moeilijker je er snel overheen kunt,
en als je obstakels tekent, is het ook
lastiger om daar langs te komen. We
gaan even uit van het voorbeeld in
afbeelding 1.
Dit is een eenvoudige
racebaan zonder obstakels. We hebben
twee spelers. Kind 1 werkt met
rood en Kind 2 werkt met groen.
Ze kiezen zelf vanuit welk punt aan
de startlijn ze beginnen. Beide kinderen starten met het tekenen van een
pijl van ‘één stukje’. Eén stukje is de
afstand tussen twee kruispuntjes op
het ruitjespapier. Vervolgens mogen
de spelers om de beurt een nieuwe
pijl tekenen. Het doel van Pijlenrace
is, om de racebaan af te leggen en als
eerste met je pijl over de finish te komen.
Je mag je pijl groter en kleiner
maken, maar daar zijn wel enkele regels
aan verbonden.
We nemen het voorbeeld van speler
Rood. De startpijl van Rood is één
stukje recht vooruit. Groen heeft de
pijl ook één stukje groot getekend bij
de start, maar is schuin gegaan.
Vervolgens was rood weer aan de
beurt. Rood tekent in gedachten dezelfde
pijl als hij had en stelt zich voor
waar de pijl dan terecht zou komen
(zie de rode stip in afbeelding 2).
Vanuit dat punt zijn er 8 aangrenzende
kruispunten. Rood mag nu vanuit
zijn laatste pijlpunt naar één van deze
kruispunten een lijn trekken óf naar
het punt waar de rode stip staat (dan
tekent hij dus eenzelfde pijl als die hij
had). Eén kruispunt is het punt waar
de pijl al eindigde, die telt niet mee. In
afbeelding 3 zie je de acht mogelijkheden
die rood heeft als stippelpijltjes getekend. Rood kiest voor de mogelijkheid
die in rood is getekend.
We zien dat speler Rood van richting
verandert én zijn pijl langer maakt (afbeelding
4).
4.
Als hij daarna weer aan de beurt is,
zien zijn keuzemogelijkheden eruit
zoals in afbeelding 5 is getekend.
5.
De rode stip geeft weer de plaats aan
waar de pijl denkbeeldig met de zelfde
lengte en dezelfde richting terecht zou
komen. De nieuwe pijl (zet) van rood,
mag dus weer getekend worden tot
één van de kruispunten rond de rode
stip, óf het kruispunt waar de stip getekend
is (zie afbeelding 5).
Wat zou jij
doen als je naar de racebaan kijkt? Zou
je de pijl toch weer langer maken? En
van richting laten veranderen?
Ook Groen is aan de beurt geweest.
Je ziet dat Groen nog nét in de baan
blijft. Schiet je met je pijl toch uit de
baan of gaat dat in een volgende beurt
gebeuren, dan heb je twee keuzes als
speler:
a. je schiet er uit en je gebruikt volgende
beurten om er weer in te
komen, maar wel op de plek waar
je er bent uitgeschoten;
b. je slaat 3 beurten over en begint
dan weer met een pijltje van
één stukje groot, op de plaats van je laatste pijl, niet bij de punt van die pijl maar bij de achterkant
Spelers kunnen elkaar in principe niet
dwarszitten. Dat kan een nadeel zijn,
zeker als een van de twee spelers ver
voor ligt en de achterste speler weinig
meer kan doen om in te halen.
Een spelregel die je kunt inbouwen is,
dat als de ene speler over de andere
speler heen gaat (dus zodat de lijnen
elkaar kruisen), de achterste speler
een beurt extra krijgt. Dit maakt het
spannender voor beide spelers.
Het spel is afgelopen zodra één van
de spelers met zijn pijl over de finishlijn
komt. Hij heeft gewonnen!
Tip:
Leg het spel goed uit op het digibord, laat dan de kinderen in tweetallen het spel spelen op papier.
Tip:
Vorm tweetallen van kinderen die aan elkaar gewaagd zijn.
Bron: Volgens Bartjens klik hier voor het artikel.