Materiaal: 1 dobbelsteen, grondplaat, verschillende legoblokjes met 4 ogen
Domein: getallen
Doel: hoeveelheidsbegrip, tellen
Vorm: twee-, drie-, viertallen
• Gooi met de
dobbelsteen.
• Wie gooit het eerst één?
Die mag één steen op de grondplaat zetten.
• Wie gooit daarna het eerst twee?
Die zet er een stapeltje van twee stenen naast.
• Wie gooit er dan het eerst drie?
Die zet er een stapeltje van drie stenen naast.
Enzovoort. Doe het zo:
• Wie gooit het eerst één?
Die mag één steen op de grondplaat zetten.
• Wie gooit daarna het eerst twee?
Die zet er een stapeltje van twee stenen naast.
• Wie gooit er dan het eerst drie?
Die zet er een stapeltje van drie stenen naast.
Enzovoort. Doe het zo:
Wie maakt de meeste traptreden?
• Speel het spel drie keer achter elkaar.
Wie won het meest