Groep: 2,3,4,
Materiaal: getallenkaartjes tot 10, tot 20, tot 100, evt. digibord
Domein: getallenMateriaal: getallenkaartjes tot 10, tot 20, tot 100, evt. digibord
Doel: omgaan met de getallenrij
Vorm: klassikaal, tweetallen
Je geeft een aantal kinderen een kaartje van een stukje van de getallenrij. Bv. 5,6,7,8,9. De kinderen gaan in een rij op volgorde staan. De kinderen uit de kring bekijken de rij goed. Dan doen de kinderen in de kring doen hun ogen dicht. Een van de kinderen uit de rij verstopt zich. Bv. achter kast in het lokaal. Welke getal ontbreekt nu?
Variatie:
Schrijf een rij getallen op het digibord en sla er een of meer over. De kinderen zitten in een hoefijzervorm. Leg op een bel op een kruk in het midden van de hoefijzer. Als de kinderen weten welk(e) getal(len) ontbreken drukken ze op de bel. Wie het eerst gebeld heeft mag het zeggen.
Variatie:
Het spel kan ook in tweetallen gespeeld worden. De getallenkaartjes liggen op een rij. Een van de kinderen draait zich om, zodat hij de kaartjes niet kan zien: de ander haalt 1 of 2 kaartjes weg. Welk(e) getal(len) is/zijn er weg? Als je het weet krijg je een punt! Laat kinderen dit opschrijven door te turven. Dan wisselen de kinderen van rol. Na 10 keer is het spel voorbij. Hoeveel had iedereen goed?
Tip:
Maak ook een rij over een 10-tal heen. Veel kinderen vinden dat ook een lastig punt. Dus ook goed om extra te oefenen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten