zondag 23 februari 2014

Rekenspel 45 Juniper Green

Groep:             5+ ,6,7 
Materiaal:        100 veld

Domein:           getallen
Doel:                ontdekken van de deelbaarheid van getallen en daar mee oefenen
Vorm:              in tweetallen, klassikaal, alleen of in kleine groepjes




1.Om de beurt streep je een getal door. Ieder getal mag maar één keer gebruikt worden.

2.Ieder getal moet steeds een deling of een vermenigvuldiging zijn van het vorige getal.
Voorbeeld:
Speler 1 begint en kiest 12
Speler 2 kan nu bijvoorbeeld 3 aanstrepen (12 : 4 = 3) of 84 (12 x 7 = 84)


3.Als je geen getal meer kunt aanstrepen heb je verloren.

4.De speler die begint, moet een even getal aanstrepen. Daarna mogen de getallen even of oneven zijn, zolang ze de uitkomst van een deling of vermenigvuldiging van het vorige getal zijn (spelregel 2).

Sommige getallen kun je haast niet delen of vermenigvuldigen! Probeer ze te vinden en win!

Varianten:
1.    Voor jongere leerlingen kan gestart worden met een kleiner speelbord, dat bijvoorbeeld de getallen 1 t/m 30 bevat.
2.    Spelregel 4 kan in eerste instantie weggelaten worden, totdat de spelers ontdekken waarom die spelregel nodig is.
 
Klik hier voor een 100veld

Het spel is afkomstig uit de wiskunderubriek 'Mathematical Recreations' van Ian Stewart, gepubliceerd in Scientific American van maart 1997. Jeroen van Dordrecht heeft er een artikel aan gewijd in Willem Bartjens, jaargang 18, nummer 2, 1998/1999. De spelregels zijn overgenomen uit dat artikel (blz. 34 -35).                                                                                                                                                

zondag 16 februari 2014

Werken aan begrip en inzicht bij zwakke rekenaars.

Veel kinderen vinden verhaalsommen(contextopgaven) erg lastig. Soms levert de tekst zoveel problemen op, dat de  inhoud niet wordt begrepen. Sowieso zijn er kinderen die van een verhaal geen som kunnen maken. Ze zien geen relatie tussen de som en de context. De relatie van de context met een som wordt niet begrepen.  Deze kinderen hebben behoefte aan instructie van de leerkracht, waarbij ze geholpen worden om beter zicht te krijgen opwat de context nu eigenlijk betekent.

Het gaat bij het rekenen om:
* het begrijpen van de context,
* van de context een som kunnen maken(het plannen),
* de som uitvoeren en de terugkoppeling van het resultaat( antwoord van de som) naar het  oorspronkelijke probleem(de context) . Zie afb.1
afb. 1

Het werken met  een vertaalcirkel kan zwakke rekenaars helpen  om meer inzicht te krijgen in de context. Kinderen moeten zicht krijgen op wat er feitelijk gaat gebeuren: het verhaal achter de som. Kinderen verwerven eerst een beeld bij de context. Ze moeten als het ware een vertaling maken van de context. Met de vertaalcirkel help je kinderen om  deze vertaling te maken.  Met de vertaalcirkel ga je:
• de situatie concreet uitspelen,
• de situatie weergegeven in een verhaal (in dit geval was dat de start: een contextopgave),
• de handeling uitvoeren met blokken/fiches,
• de situatie tekenen/schetsen,
• de situatie weergeven op de getallenlijn,
• de situatie weergeven in een som (bewerking).
Om een zo breed mogelijk beeld van de context te verwerven worden alle onderdelen van de vertaalcirkel gebruikt.  Zie afb. 2

afb.2


De bedoeling van het vertalen is het opbouwen van een scherp beeld van de situatie. Pas op grond van zo’n beeld is het verantwoord om het gebeuren in een bewerking (som) weer te geven. Hierin hebben niet alleen de gegevens en het gevraagde, maar ook de uitkomst een duidelijke plaats. Het ‘vertalen’ kan starten met een contextopgave, maar ook met een kale som (bewerking). De leerlingen moeten in dat geval vanuit de bewerking de diverse vertalingen maken:
– Je kunt een probleem weergeven in een som of formule (F).
– Je kunt een situatie spelen met concreet materiaal, kinderen of poppen (S).
– Je kunt een gebeuren weergeven in een verhaal (V).
– Je kunt een handeling uitvoeren met blokjes of fiches (H).
– Je kunt een probleem schetsen of tekenen (T).
– Je kunt een probleem weergeven op de getallenlijn (G).
Dit ‘vertalen’ is geen apart hoofdstuk binnen het rekenonderwijs waarmee je op  een zeker moment klaar bent. Het is meer een werkwijze die leerlingen zich  langzaam maar zeker eigen gaan maken en bij elk nieuw stuk leerstof weer  toepassen. Wil je meer hierover weten: lees dan onderstaand artikel.



woensdag 12 februari 2014

Rekenspel 43 Valentijns hart

Groep:            2,3
Materiaal:       rood hart, 2 pionnen en 1 dobbelsteen met de cijfers 1 en 2.
Domein:          getallen
Doel:               getallenrij tot 14
Vorm:              twee- of drietallen




Knip een groot rood hart en teken daarin een lijn met de getallen van 1 tot 14. 
Begin onder aan de punt van het hart, teken cirkels en kom in het midden uit. De kinderen gooien allemaal met de dobbelsteen. Degene die het hoogst gooit mag beginnen.  Uiteraard beginnen bij de 1. Wie is er het eerste op de 14?
Tip:
Laat de kinderen zelf de lijn tekenen.

Tip:
Laat kinderen zelf opdrachtjes verzinnen bij getallen. Bv bij 4  een beurt over slaan. Gooi je 7 dan mag je 2 getallen vooruit!

Rekenspel 42 Wasknijperspel

Groep:             1, 2
Materiaal:        wasknijpers met de getallen tot 20

Domein:           getallen
Doel:                oefenen van de getallenrij
Vorm:               klassikaal

Schrijf op wasknijpers de getallen 1 tot 20.  Of zoveel kinderen als je in de klas hebt. Deel de knijpers willekeurig uit in de klas. Een van de kinderen is de egel. Deze zit op zijn knieën  gebogen in de kring. Om de beurt in volgorde van de getallenrij  mogen de kinderen hun knijper aan de trui van het kind in de kring hangen. Het is de bedoeling dat de kinderen zelfstandig opstaan en hun wasknijper aan de egel vast maken. De egel telt per wasknijper. Telt hij fout. Dan is het spel voorbij en mag de laatste die een knijper aan de trui heeft gemaakt in de kring zitten. Alle knijpers worden verzameld en het spel begint opnieuw. Wie komt het verst?


Variatie:
Kinderen kunnen dit spel ook met z'n tweeën spelen. Als een van beide een foutje maakt, wordt er geruild van rol en begint het spel opnieuw.

Tip:
Als kinderen de getallenrij tot 20 nog niet kennen, ga je uiteraard zover als ze wel kunnen.

Rekenspel 44 Mijn Valentijn!

Groep:             1,2, 3,4
Materiaal:        voor elk kind een groot rood hart van karton, witte fiches,               
                        dobbelstenen
Domein:           getalbegrip
Doel:                oefenen van de getallen tot 14
Vorm:               kleine kring met 2 of 3 kinderen




Knip een groot rood hart. Kinderen gooien om de beurt met de dobbelsteen. Wie een 1 gooit mag een fiche op het hart leggen. Wie heeft er het eerst 14 fiches op het hart?

Variatie voor kinderen in groep 3 en 4:
Geef de kinderen nu 3 dobbelstenen. Als je 14 gooit met de drie dobbelstenen mag je een fiche opleggen. Wie heeft er het eerst 14 fiches liggen?

Tip:
Je kunt ook een wit hart maken en rode roosjes van papier knippen. Of kant en klare rode rozenblaadjes gebruiken. 

vrijdag 7 februari 2014

Rekenspel 44 Mijn Valentijn!

Groep:             1,2, 3,4
Materiaal:        voor elk kind een groot rood hart van karton, witte fiches,               
                        dobbelstenen
Domein:           getalbegrip
Doel:                oefenen van de getallen tot 14
Vorm:               kleine kring met 2 of 3 kinderen




Knip een groot rood hart. Kinderen gooien om de beurt met de dobbelsteen. Wie een 1 gooit mag een fiche op het hart leggen. Wie heeft er het eerst 14 fiches op het hart?

Variatie voor kinderen in groep 3 en 4:
Geef de kinderen nu 3 dobbelstenen. Als je 14 gooit met de drie dobbelstenen mag je een fiche opleggen. Wie heeft er het eerst 14 fiches liggen?

Tip:
Je kunt ook een wit hart maken en rode roosjes van papier knippen. Of kant en klare rode rozenblaadjes gebruiken. 

Top 5 van de maand januari

Het is aardig om te zien waar mensen veel naar hebben gekeken. Bij deze de top 5 van de maand januari. Via de datum wanneer het bericht geplaatst is, kunt u het artikel vinden!




woensdag 5 februari 2014

Rekenspel 41 Rol en turf

Groep:             2+,3
Materiaal:        1 dobbelsteen, pen en papier, zandloper of stopwatch
Domein:           getallen
Doel:                hoeveelheidsbegrip en optellen
Vorm:               twee-, drie-, viertallen


De kinderen rollen om de beurt de dobbelsteen. Het getal dat ze gooien met de dobbelsteen,  schrijven ze op door te turven. Zet de tijd op een minuut. Speel tot de tijd om is. Wie heeft de meeste streepjes gegooid?

Tip:
Hoe hoger het niveau, hoe langer de kinderen bezig kunnen zijn met het spel.

Naar een idee van Juf Miranda.

Variatie: De kinderen kunnen op verschillende manieren turven:

Manier 1:  
Laat kinderen elke worp noteren. Opde onder staande manier.           

Manier 2: 
Laat kinderen groepjes maken van elk getal dat ze gooien. Laat ze vervolgens de aantallen in de groepjes tellen.


 



Manier 3: Aanvullen: