zondag 29 december 2013

Spreuk 4

"Spelen is een bezigheid
die men niet ernstig genoeg kan nemen."

Jacques Yves Cousteau


© Hetty Compaan

dinsdag 24 december 2013

Rekenspel 31 Wari spel

Groep:             5,6,7
Materiaal:        eierdoos voor 12 eieren en 48 steentjes of boontjes

Domein:           getallen
Doel:                beredeneren
Vorm:               tweetallen



1.Eerst worden de 6 vakjes van beide spelers gevuld met 4 steentjes in elk vak.
2.Bepaal dan zelf wie er begint.

3.De persoon die begint pakt alle 4 de steentjes van een van zijn eigen vakken en stopt 1 steen in het volgende vakje. Je speelt tegen de klok in.
4.Wanneer de steentjes op zijn, speel je met het vakje waar het laatst een steen is ingelegd (ook als het steentje op een vakje van de tegenstander is gelegd). Je pakt dan die steentjes eruit. Inclusief het steentje dat erin is gelegd.

5.Blijf stappen 3 en 4 volgen totdat het laatste steentje op een leeg vak beland. Dan is de volgende aan de beurt.

6.Wanneer er een leeg vakje op je kant is gevuld met vier steentjes dan kun je ze allemaal pakken tijdens je eigen beurt of de beurt van de tegenstander. Maar denk snel, want als er een steen beland op dat vakje en het er 5 of meer worden, kun je ze niet meer pakken.

7.Als je laatste steentje op vijandelijk gebied beland en 4 steentjes in totaal wordt, dan pak je al die steentjes.

8.Wanneer alle vakjes van de tegenstander of jouw eigen op zijn, krijgt de persoon die nog wat steentjes op zijn eigen kant heeft alle steentjes. Tel nu hoeveel punten je hebt.
9.Vul dan weer de vakjes van je enige kant van rechts naar links. Als de tegenstander vakjes over heeft dan vul je die met 4 steentjes en worden ze van jou. Wanneer je alle vakjes over hebt genomen dan heb je gewonnen.

Tip:
Je kunt van twee dozen van 10 eieren met wat knippen en plakken ook een nieuwe vorm maken.
Je kunt ook 12 vakjes op papier tekenen.
In Afrika maken de kinderen kuiltjes in het zand. Dus ook een idee: het spel buitenspelen!

Vind je de beschrijving niet helemaal duidelijk?  Op internet is meer te vinden over dit spel. Hier nog een uitgebreidere beschrijving.

vrijdag 20 december 2013

Feestje: 5500 views

Per 1 september gestart en nu al 5500 views. En dat alleen voor rekenspelletjes! Alle kijkers, gebruikers en twittervolgers:  hartelijk dank! Ik hoop nog lang veel mensen plezier te kunnen doen met dit blog!

Bij deze iedereen goede feestdagen toegewenst!



 

Wil je een berichtje ontvangen als ik een nieuw spel heb geplaatst?
Je kunt je ook abonneren op dit blog. Dan krijg je bij een nieuw spel op het weblog, een mailtje.

Dit kan door de startpagina uit te rollen en onderaan vind je een balk waar je je emailadres kunt intypen en bevestigen door op submit te klikken. Op het aangegeven emailadres verschijnt een Engelstalige mail. Hierin staat een bevestigingslink, met de naam van dit blog in het Nederlands.

Opgave weblog: zie onderaan deze pagina



Het adres van het mailtje( wordt soms niet herkend en weggedaan als spam)


Soms kun je een link van google.docs niet openen.
Laat een bericht achter met je mailadres, dan stuur ik je het bestand per mail.


zondag 15 december 2013

Rekenspel 30 Kerstboom gooien


Groep:             1,2,3,4
Materiaal:        21 bekers of blikken, 3 pittenzakken
Domein:           getallen
Doel:                getalbegrip:  tellen tot
Vorm:               klassikaal twee, drie, viertallen



De kinderen stapelen de bekers of blikken. Ze gooien met een van de pittenzaken naar de "boom". Lukt het de kinderen de "boom" om te gooien? Tel het aantal omgegooide bekers of blikken.

Tip:
Maak een grafiek van de klas!
Met kinderen die wat meer aankunnen, kunt u een competitie spelen.Laat kinderen elkaar uitdagen. Het nieuwe potje telt vervolgens weer. Wie van het klas kan het beste gooien?

Tip:
Laat de kinderen kerstballen van papier knippen. Hier  kunnen ze getallen op schrijven. Plak de ballen op de bekers. Tel nu niet de bekers, maar het aantal punten.





Tip:
Het kan ook met minder bekers: bv. 6   Dan is het spel ook geschikte voor oudste peuters!

dinsdag 10 december 2013

Rekenspel 29 Kerstboomspel

Groep:             1,2, 3,
Materiaal:        (groene) doppen en een dobbelsteen
Domein:           getallen
Doel:                getalbegrip:  getallenrij tot 6
Vorm:               twee, drie, viertallen


Elk kind begint met 1 dop. Alle kinderen gooien een keer met de dobbelsteen. Het kind met het laagste getal mag beginnen. Als je 6 gooit mag je 6 doppen voor de onderkant van de boom leggen. Vervolgens moet er 5 gegooid worden. Dan mag het kind de tweede laag leggen. Enz enz. Wie het eerst de boom klaar heeft, is de winnaar.







Variatie:
Schrijf met een stift aan de onderkant van de dop een getal. Dit kan willekeurig, maar u kunt ook kiezen voor een getal  bv 3.(herhaald optellen i.v.m. tafels leren) De doppen liggen met het getal naar beneden en worden goed "geroerd:.
Als elk kind de boom klaar heeft, mogen de kinderen de doppen omdraaien en de punten tellen. Wie is nu de winnaar?



Variatie:
Voor peuters en kinderen in groep 1 kunt u kiezen voor een boom met 3,2 en1 dop. Maak een dobbelsteen met 1,2 of 3 stippen.



Tip:
In principe gaat het in dit blog om simpelheid en eenvoud. Maar als u het leuk vindt, kunt u de doppen met verf uit een spuitbus een goud- of zilverkleurtje geven.

Tip:
U kunt ook de witte doppen van een melkpak bewaren.

Tip:
Een briefje op de deur of een mailtje naar ouders met de vraag naar doppen kan ook helpen om een voorraadje aan te leggen.



zondag 8 december 2013

Spreuk 3

"Het is beter om te spelen dan om niets te doen."

Confucius


© Hetty Compaan

woensdag 4 december 2013

Stille stenen

Bij de Action vond ik vandaag  voor een luttel bedrag twee stoffen dobbelstenen. Ideaal voor grote en kleine kring activiteiten. Voor alle kinderen goed te zien en het geweldige voordeel: ze maken geen geluid!
Kent u ook al de gummetjes van de Action in de vorm van een dobbelsteen? Ook
geluidloos.
 
Nog een tip, gekregen van @Jetishier: Doe ze in een doorzichtig bakje dan rollen ze ook niet weg. Makkelijk tijdens een coöperatieve activiteit.

zondag 1 december 2013

Rekenspel 26 Memorie: Samen 10

Groep:             2, 3
Materiaal:        20 bekers, fiches of pepernoten, eikels, knopen ect.
Domein:           getallen
Doel:                getalbegrip: splitsen van de getallen tot 10
Vorm:               twee-, drie-, viertallen



Zet de bekers neer in 4 rijen van 5. Zorg voor voldoende ruimte tussen de bekers. Verstop onder de bekers de volgende fiches:
1 beker met niets
2 bekers met 1
2 bekers met 2
2 bekers met 3
2 bekers met 4
2 bekers met 5
2 bekers met 6
2 bekers met 7
2 bekers met 8
2 bekers met 9
1 beker met 10

Om de beurt mogen de kinderen twee bekers omhoog doen. Zijn de fiches die er liggen samen 10? Zo ja dan mag het kind de fiches houden en de bekers worden aan de kant gezet. Zo nee, dan moeten de bekers terug worden gezet.
Wie verzamelt de meeste fiches?

Tip:
Speel met jonger kinderen met minder bekers en de getallen tot 5.

Tip:
Speel met oudere kinderen met getalkaartjes.

Tip:
Kan natuurlijk ook met kaartjes met tafelsommen: vb. kaartje: 3 x 4  en kaartje: 12   Kijk voor tafelkaartjes op dit blog bij de Materialen link: Lotus Bakker.

Naar een idee van een memorie spel van @jufsandra


donderdag 28 november 2013

Rekenspel 25 Weegspel met zakjes

Groep:             2,3
Materiaal:        5 of meer kleine zakjes, knikkers, papier en een potlood

                        balans of digitale weegschaal(voor groep 3/4)
                        wasknijper
Domein:           meten en meetkunde
Doel:                gewicht: van licht naar zwaar of omgekeerd
Vorm:              klassikaal, tweetallen


Vul de kleine zakjes met knikkers. ( of met steentjes) Bijvoorbeeld in de eerste 4, tweede 8, derde 12 ect.. Het verschil in gewicht moet goed voelbaar zijn. Doe de zakjes in een mandje of doosje.


Nu kunnen de kinderen aan de slag. Help de kinderen op gang door het spel klassikaal te bespreken. Neem twee zakjes uit het mandje en laat deze eerst op het gevoel door de kinderen wegen. Welk zakje vinden ze het zwaarst? Laat ze het zwaarste zakje aanwijzen (merk deze bv met een wasknijper). Weeg vervolgens de zakjes met de balans. Klopt het? Als ze het antwoord juist hebben, mogen ze een streepje zetten op het turflijstje. Wie heeft de meeste streepjes verzameld?

De kinderen kunnen het spel nu alleen spelen. Degene die het eerst aan de beurt is pakt 2 zakjes uit het mandje. Vervolgens wijst het kind de zwaarste aan. Merk de zwaarste met een plastic knipper. Laat nu het kind de beide zakjes wegen. Heeft hij antwoord goed geschat? Dan mag het kind een streepje zetten. de zakjes gaan weer terug in het mandje. De volgende mag nu.

Variatie:
Laat  de kinderen in plaats van 2 zakjes 3 zakjes nemen en deze op volgorde van gewicht sorteren. Vervolgens moeten de zakjes gewogen worden. Hoe doe je dit dan op een balans? Laat kinderen hier maar eens over nadenken, hoe ze dit moeten aanpakken. Vervolgens kunnen alle zakjes op volgorde van zwaarte worden gelegd.

Variatie:
Laat ze de zakjes zelf vullen. Laat kinderen nadenken over het verschil.

Variatie:
In groep (3)4 kunnen de zakjes gewogen worden met een digitale weegschaal. Ook hier geldt: laat de kinderen eerst schatten. Weeg dan een voor een de zakjes. Laat ze  het getal op de display noteren.  Heeft het kind het goed geschat, dan verdient het kind een punt.
In plaats van twee zakjes kunnen de kinderen alle zakjes op het gevoel in volgorde van zwaarte leggen. Vervolgens controleren de kinderen hun keuze door  echt te wegen.


Tip:
Je kunt de zakjes laten maken door een handige oma of ouder. Je kunt natuurlijk ook gewoon een aantal washandjes nemen!


Bij elk nieuw spel een mailtje ontvangen?


Je kunt je ook abonneren op dit blog. Dan krijg je bij een nieuw spel op het weblog, een mailtje. Dit kan door de startpagina uit te rollen en onderaan vind je een balk waar je je emailadres kunt intypen en bevestigen door op submit te klikken. Op het aangegeven emailadres verschijnt een Engelstalige mail. Hierin staat een bevestigingslink, met de naam van dit blog in het Nederlands.

Opgave weblog: zie onderaan deze pagina



Het adres van het mailtje( wordt soms niet herkend en weggedaan als spam)





Soms kun je een link van google.docs niet openen. Laat een bericht achter met je mailadres, dan stuur ik je het bestand per mail. 

dinsdag 26 november 2013

Rekenproblemen door onvoldoende getalbegrip.

Bij kinderen met rekenproblemen is er vaak sprake van onvoldoende getalbegrip. Een goed getalbegrip vormt de basis van het rekenen. Getalbegrip heeft te maken met het gemak en de flexibiliteit waarmee getallen worden gebruikt, het gevoel voor wat cijfers betekenen en de vaardigheid om mentale rekensommetjes te maken. Het is moeilijk om het concept getalbegrip goed te definiëren. Kinderen met een goed getalbegrip kunnen gemakkelijker heen en weer schakelen tussen hoeveelheden die ze in hun dagelijkse wereld tegenkomen en de wereld van getallen en numerieke operaties. Ze kunnen hun eigen procedures voor het uitvoeren van numerieke operaties uitvinden. Ze kunnen een getal op verschillende manieren presenteren, afhankelijk van de context en het doel van deze representatie. Ze maken gebruik van bekende getallen als referentiepunten en herkennen patronen in reeksen getallen. Ze hebben een goed gevoel voor de grootte van getallen en merken opvallende numerieke fouten op. Tenslotte kunnen ze denken of praten over de kenmerken van een numerieke probleem, zonder dat ze de precieze berekening uitvoeren.

Om het getalbegrip in groep 4 te oefenen, kan dagelijks een periode het oefenblad Getal van de dag, gemaakt worden. Bespreek het getal vooraf. Laat het kind achteraf vertellen wat het heeft gedaan. De kracht zit in de combinatie instructie vooraf, het doen en het bespreken achteraf en de dagelijkse herhaling. Wissel het oefenen af met spelvormen om te betrokkenheid vast te houden. Spel 1,2,4,15,17 ondersteunt de ontwikkeling van het getalbegrip in concrete handelingssituaties.
 
Oefenblad:
Getal van de dag  klik hier(Publisher) 
Oefenblad:
Getal van de dag  klik hier(PDF)
 

Bron: T.Braams

Rekenspel 24 De eindstreep

Groep:             4,5,
Materiaal:        papier,  potlood, dobbelsteen

Domein:           getallen
Doel:                oefenen van bewerkingen: optellen onder de 100
Vorm:              tweetallen, drietallen


De kinderen gooien om de beurt met de dobbelsteen. Wie het hoogste gooit  mag een getal noemen tussen bv 40 en de 50.
Daarna gooien de kinderen om de beurt de dobbelsteen. Ze beginnen bij hun eerste worp. De volgende worp telt het kind er weer bij op. Wie is het eerst bij het afgesproken getal: eindstreep? Laat de kinderen hun worp noteren en samen steeds controleren of het gegeven antwoord goed is.

Variatie
Maak de opdracht moeilijker door met 2 dobbelstenen te werken.


Variatie
Maak de opdracht moeilijker door een getal te nemen tussen de 100 en 200 en 3 dobbelstenen te gebruiken.

Variatie
Het getal op de dobbelsteen geldt niet als Eenheid maar als Tiental. Dan wordt het lastig om misschien precies op het afgesproken getal te komen. Dan geldt hoe dicht bij kom je bij het afgesproken getal.


donderdag 14 november 2013

Rekenspel 23 Verjaardagspel

Groep:             1,2
Materiaal:        per kind een spelbord
                        (papier met vlag en de leeftijd van het kind en een aantal
                         getekende taarten)
                        dobbelsteen
                        potloden
Domein:           getallen
Doel:                getalbegrip en tellen
Vorm:               twee- of drietallen



Om de jarigen in de klas extra in het zonnetje te zetten, hier een verjaardagspel. De jarige speelt met een 2-tal kinderen naar keuze het spel. Op het spelbord staat de leeftijd van de jarige centraal!

Teken op een papier een vlag en het getal van de leeftijd van het jarige: 4, 5 of 6! Onder vlag tekent u een aantal taarten. Dit spel wordt gespeeld in twee- of drietallen. Om de beurt gooit een kind met de dobbelsteen. Als er 4 (5 of 6) wordt gegooid, mag het betreffende kind 4 kaarsjes op een taart tekenen. Wie heeft als eerste alle taarten voorzien van kaarsjes?

Variatie:
Voor kinderen van groep drie: Teken op een papier een vlag of een slinger met het getal passende bij de leeftijd van de jarige: 6 of 7 Onder vlag tekent u een aantal taarten, maar nu voorzien van 1 of meer kaarsjes. De taarten moeten nu voorzien worden van het aantal kaarsjes dat overeen komt met de leeftijd van het kind. De kinderen moeten de kaarsen op de taart aanvullen.

 5
 
 
Wilt u niet zelf iets maken? Hieronder staan voorbeelden.

Klik hier voor een spelbord voor 4 jarigen
Klik hier voor een spelbord voor 5 jarigen
Klik hier voor een spelbord voor 6 jarigen
Klik hier voor een spelbord voor 7 jarigen


 

dinsdag 12 november 2013

Rekenspel 22 Maak 100!

Groep:             5,6-
Materiaal:        rekenmachine

Domein:           getallen
Doel:                inoefenen van bewerkingen, automatiseren, memoriseren

                        werken met de rekenmachine
Vorm:               kleine kring, tweetallen



Doel van het spel is om100 te maken! Kinderen werken samen met een rekenmachine. Een kind toetst een tweecijferig getal in waarop de ander er een optelsom van maakt, waarbij de oplossing 100 op het display komt te staan. Kinderen kunnen een score bijhouden van de goed gemaakte pogingen.

Variatie: 
De kinderen mogen steeds om en om maar een getal tussen 1 en 10 bij het getal optellen en wie dan het eerst bij 100 komt, heeft gewonnen.
Bron: Clements, D.H., & Sarama, J. (2009). Learning and teaching early math: The learning trajectories approach. New York: Routledge.

zondag 10 november 2013

Wanneer rekenspelletjes in te zetten?

Spel is een van de meest natuurlijke bezigheden van kinderen. Door spelen leren kinderen de wereld om hen heen kennen. Ze zijn actief bezig en worden uitgedaagd door wat ze tegen komen qua omstandigheden, materiaal en door samen te spelen. We kennen drie vormen van spel: het vrije spel, het geleide spel en gezelschapsspelen. In vrije spel situaties komen allerlei rekenaspecten aan de orde. Wat is de grootste? Kan het nog sneller? Hoeveel borden zijn we nodig ect. ect.
Voor het vakgebied rekenen kunnen we ook spel gebruiken. Met name het geleide spel, waarin de leerkracht stuurt in activiteiten en het werken met gezelschapsspelen met het accent op rekenen: de rekenspellen.




Rekenspelletjes kunnen bijdragen aan betere rekenvaardigheden, omdat kinderen hun aandacht beter bij de les, de activiteit kunnen houden.  Spelenderwijs zijn ze actief met de stof bezig en leren de kinderen verschillende oplossingsstrategieën van elkaar. Een ander voordeel van het gebruik van rekenspelletjes is, dat deze op verschillende niveaus gespeeld kunnen worden, waardoor er aan individuele leerdoelen kan worden gewerkt.

Toch kunnen niet zomaar willekeurige spelletjes worden ingezet. Als je werkt met spelvormen in je les, moeten deze aansluiten bij de doelen van je les. Dan versterken de activiteiten elkaar tijdens de les. Als leerkracht moet je de doelen van je les goed helder hebben en vervolgens daar spelvormen bij aan laten sluiten.

Waar kunnen dan spellen worden ingezet:
·         Als startactiviteit bij het begin van de les
·         Als inoefenactiviteit om het aangeleerde in de instructiefase te oefenen
·         Tijdens de verlengde instructie: aangeleerde in de instructiefase te onder leiding van de leerkracht die modeling gebruikt te oefenen
·         Als afsluitende opdracht om gezamenlijk de les af te sluiten
·         Als oefenactiviteit op de weektaak, dagtaak ect.
·         Als oefenactiviteit om speciale onderwerpen te oefenen en te herhalen bv. tafels en klokkijken.
·         Als automatiseringsactiviteit
·         Als memoriseringsactiviteit
·         Als 5 minutenspelletje
·         Als huiswerk
·         Als keuzeopdracht: gewoon voor het spelplezier!

Wil het spel goed uit de verf komen, dan is het belangrijk om als leerkracht wel tijd te besteden aan het goed aanleren van het spel. Een kaartje met de belangrijkste spelregels, is dan handig. Vaak is een kopietje van dit weblog al genoeg.  Een andere optie is om één groepje het spel te leren en vervolgens deze kinderen het spel andere kinderen aan te laten  te leren.

De rekenspellen die in de rekenles gebruikt worden, moet eenvoudig te spelen zijn en niet te lang duren. Worden de spelletjes gebruikt in de weektaak of tijdens een keuze activiteit dan kunnen ze wat langer duren. 15 Minuten is dan prima. In de les is een activiteit van 5 tot 10 minuten lang genoeg.
Door spelvormen aan te laten sluiten bij de doelen van de rekenlessen en de spelen goed aan te leren wordt er door kinderen actiever en met grotere betrokkenheid geleerd.
Veel speelplezier toegewenst!

zaterdag 9 november 2013

Rekenspel 21 3 Op een rij

Groep:             2+,3, 4, 5
Materiaal:        1 x 3 rondjes met sinterklaas erop afgebeeld, idem 3 met Piet
Domein:           meetkunde
Doel:                ruimtelijke oriëntatie, logisch denken, redeneren
Vorm:               tweetallen




Leg de pieten en de sinten om en om neer. Een kind speelt met de sinten, het andere kind speelt met de pieten. De kinderen mogen nu om en om een naastliggend rondje ruilen. Wie van de kinderen lukt het om het snelst, drie gelijke rondjes naast elkaar te hebben?

Tip 1:
Speel als leerkracht dit spel eerst een aantal keren mee. Leg uit wat je doet en hoe je het aanpakt. Zorg ervoor dat de niveau van de spelers niet te veel uit elkaar ligt.

Tip 2:
Neem een zandloper of timetimer. Voor elk gewonnen spel verdient de winnaar een pepernoot. Wie kan in de speeltijd de meeste pepernoten verdienen?

Tip 3:
Gebruik i.p.v. kartonnetjes deksels van de pindakaas of chocopasta. Dit maakt het spel wat duurzamer.

Tip 4:
Na de het vertrek van de Sint maak je van de schijven een kerstballenspel!

vrijdag 8 november 2013

Rekenspel 20 Sinterklaasspelbord

Bij de Action voor € 0,99, een grappig spelbord tot het getal 35. Met opdrachtkaartjes. De kaartjes zijn bedoeld om tijdens het Sinterklaasfeest te spelen met cadeautjes.  Maar ook heel goed op een andere manier in te zetten. Voor dit geld kun zelf er niet een maken!

Tip 1:
Gebruik het spelbord om met de 1/2 dobbelsteen sprongen van 1 of 2 vooruit te spelen.

Tip 2:
Gebruik het spel met twee dobbelstenen. Alleen als je 7 gooit, mag je je pion 7 zetten naar voren schuiven.

Tip 3:
Laat kinderen zelf rekenopdrachtkaartjes voor het spel bedenken.

Veel speelplezier toegewenst!



Opdrachtkaartjes voor jongere kinderen:

De symbolen die op het spelbord staan vormen de basis:
het kadootje: een kaartje pakken
rode rondje: sla een beurt over
groen rondje: ga 2 voor uit
paars rondje: ga 6 vooruit

Lijkt je dit niet handig voor jouw groep, dan plak je deze af en gebruik je ze niet.

Opdrachtkaartjes:

Opdrachtkaartjes met  bewegingen en stippen

Opdrachtkaartjes met  bewegingen en  cijfers

Opdrachtkaartjes met erafsommen: de uitkomst van de som is het aantal dat je extra vooruit mag!

vrijdag 1 november 2013

Rekenspel 19 Spinnenwebbenspel

Groep:            1,2,3
Materiaal:       speelbord met spinnenweb,
                       pionnen of spinnen met een nummer op hun rug.

                       dobbelsteen met de getallen 1 en 2
Domein:          getallen
Doel:               getallenrij tot 20 en getalbegrip, evt. terugtellen

Vorm:              tweetallen, misschien 3 tallen


Print het speelbord op A4 of A3 papier.
Elk kind krijgt een pion of een spin. Begin bij het hokje van de spin. Zorg ervoor dat de spinnen te onderscheiden zijn. Bv door een nummertje of door gekleurde sticker. Het jongste kind mag beginnen. Als je komt op een hokje waar al iemand staat, dan heb je pech. Dan moet je een beurt overslaan. Wie is er het eerst bij de 20? Speel als leerkracht ook mee en benoem steeds wat er gebeurt. Kijk je hebt 2 gegooid. Dat is mooi! Je staat al op de 4 dan mag je nu naar de 6. Stimuleer dat kinderen ook zo praten tijdens hun beurt. Je ziet dan hoe het kind denkt en met het proces om gaat.

Tip:
Je kunt ook in het midden beginnen. Wie heeft als eerste de spin te pakken?

Variatie:
Laat kinderen op het plein spinnenwebben tekenen. Vervolgens maken ze op het web de nummers van 1 tot 20. Als ze dat leuk vinden, mogen ze ook grotere getallen gebruiken.  Gebruik verkeerspionnen of afgezaagde boomstammetjes als pion.

Hier de link voor het speelbord
Je kunt ook het boek  "Een spin die het te druk had!"  voorlezen  (hier de link)  
Hier nog een link

donderdag 31 oktober 2013

Rekenspel 18 Waar is de schat?

Groep:             2,3,
Materiaal:        schatkistje , geplastificeerde plattegrond

                       van het lokaal, uitwisbare stift 
Domein:          meetkunde
Doel:               oriënteren en lokaliseren: plattegrond en routes lezen
Vorm:              klassikaal , daarna tweetallen



Teken een plattegrond van de klas. Het liefst samen met de kinderen. Vertel erbij wat je doet en hoe je het moet zien. Plastificeer de kaart. Wijs twee kinderen aan als schatzoekers. Deze mogen even niet kijken. Laat andere kinderen in de klas een schat verstoppen. Teken vervolgens samen met de kinderen de plaats van de schat in op de kaart van de klas. Teken ook de route die de kinderen moeten lopen om de schat te vinden. Dan mogen de zoekers met de kaart op zoek gaan naar de schat! Kinderen mogen in het begin vragen stellen: beantwoord de vragen met begrippen als: rechtdoor, lager, 1 stap op zij.... Als de schat gevonden is, wordt de route uitgeveegd en kunnen de zoekers de schat verstoppen en een route tekenen.
Als kinderen de bedoeling van het spel kennen, kunnen ze het spel in tweetallen of viertallen spelen. Het ene groepje verstopt de schat en tekent de schat in op de plattegrond. De andere twee kinderen gaan met de plattegrond in de hand op zoek naar de schat.

Variatie.
* Maak een kaart van de speelplaats en speel het spel op de speelplaats.

* Laat kinderen zelf een plattegrond tekenen van het lokaal.

* Laat kinderen een dorp bouwen in de bouwhoek. Laat ze vervolgens daarvan een plattegrond tekenen. Speel dan dit spel met de plattegrond van de bouwhoek.



Foto: plattegrond: met dank aan: http://www.paletvlijmen.nl/