zondag 7 oktober 2018

Rekenspel 215 Bamzaaien

Groep:            2,3,4
Materiaal:       eikels.  knopen, bonen, 
Domein:          getallen
Doel:               het oefenen van de splitssommen tot 10
Vorm:              tweetallen


Dit spel speel je met z’n tweeën. Bepaal vooraf het getal waarmee gespeeld gaat worden. Het ene kind neemt alle eikels in de hand. Achter zijn de rug verdeeld zij of hij de eikels in twee handen. Daarna wordt een hand geopend. In deze hand zien we twee eikels. Hoeveel zitten er nu in de andere, nog gesloten hand? Het andere kind mag dit zeggen. Is het goed, dan is het zijn of haar beurt om de bonen te verdelen.

Heeft het kind dat het antwoord heeft gegeven het hier goed, dan mag de “handophouder” een eikel houden. De andere eikels  gaan weer in de pot. Wie heeft na 6 rondes de meeste eikels?

Tip:
Je kunt kinderen evt door gebruik van een dobbelsteen laten bepalen hoeveel eikels het moet verdelen.
Je kunt ook getalkaartjes op de kop neerleggen en steeds een kaartje omdraaien. Het getal wat zichtbaar wordt is het speelgetal.

Geen opmerkingen: