Materiaal: evenwichtsweegschaal: balans,
mogelijk zelf gemaakt van een “kledingknaapje”
evt. pot met knikkers of fiches, zakje bruine bonen, blokjes
Domein: meten
Doel: schatten,
kunnen bepalen wel voorwerp lichter/zwaarder
is met behulp van een balans.
Vorm: tweetallen
Kinderen zoeken met een mandje in de klas 12 voorwerpen
die ze kunnen wegen. Een van de kinderen pakt een voorwerp uit het mandje. Het andere kind
pakt een ander voorwerp. Deze zegt: ik denk dat dit voorwerp: zwaarder, of
lichter is dan jouw voorwerp. Vervolgens wordt het voorwerp gewogen met de weegschaal. Het
tweede kind heeft gelijk of niet. Als het kind gelijk heeft mag het een fiche
pakken. De beide voorwerpen doen nu niet meer mee. Vervolgens wisselen de
kinderen van rol. Een kind pakt een voorwerp. Het andere pakt daarna een voorwerp
en zegt of het voorwerp zwaarder of lichter is. Als het kind goed heeft, mag
het een fiche pakken. Degene met de meeste fiches is de winnaar.
Variatie:
Kinderen zoeken in de klas 12 voorwerpen die ze kunnen wegen. Een van de kinderen pakt een voorwerp. Het andere kind schat hoe zwaar dit voorwerp is. De zwaarte van het voorwerp wordt bepaald aan de hand van bruine bonen of knikkers. Bv 8 knikkers. Als het kind een aantal goed heeft mag het een fiche pakken. Vervolgens wisselen de kinderen van rol. Een kind pakt een voorwerp. Het andere kind schat hoe zwaar dit voorwerp is. Als het kind het antwoordgoed heeft, mag het een fiche pakken.
Kinderen zoeken in de klas 12 voorwerpen die ze kunnen wegen. Een van de kinderen pakt een voorwerp. Het andere kind schat hoe zwaar dit voorwerp is. De zwaarte van het voorwerp wordt bepaald aan de hand van bruine bonen of knikkers. Bv 8 knikkers. Als het kind een aantal goed heeft mag het een fiche pakken. Vervolgens wisselen de kinderen van rol. Een kind pakt een voorwerp. Het andere kind schat hoe zwaar dit voorwerp is. Als het kind het antwoordgoed heeft, mag het een fiche pakken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten